De naam Ankersmit is van een van de bekende Deventer families van industriëlen, die te maken hadden met de hier gevestigde katoen- en textielindustrie.
In de eerste helft van de 19e eeuw dreef Hendrik Jan Ankersmit (geboren juni 1774, overleden november 1850) een manufacturenhandel in Deventer. Bij de boeren uit de omstreken stonden zijn weefgetouwen, waar wekelijks het product afgehaald en de garens gebracht werden. In de stad, ‘Achter-de-Muren’, was zijn ververij gevestigd. Het doek werd in Twente en Engeland gekocht. De verkoop vond ‘en gros’ en ‘over de toonbank’ plaats.
De komst van de stoommachine maakte centralisatie nodig. In 1860 werd het eerste gedeelte van een nieuwe fabriek gebouwd. Als gevolg van de Noord-Amerikaanse burgeroorlog (gebrek aan katoen) kwam de fabriek eerst in 1865 in bedrijf en groeide sindsdien regelmatig. Al gauw werd het buitenland (vooral de tropische gebieden) het voornaamste afzetgebied. Er werd naar gestreefd zoveel mogelijk bewerkingen van het product in eigen fabriek te doen, waardoor een grote veelzijdigheid mogelijk was geworden. In 1902 werd het bedrijf een Naamloze Vennootschap. De N.V. bezat in 1931 1000 weefgetouwen met de daarbij behorende preparerende- en afwerkende-machines. Sinds 1926 is de Ankersmit Katoen Fabriek nauw verbonden met de toen gestichte katoenspinnerij “De Zandweerd”.
Fabriek van de fa. Ankersmit
In deze vier graven Ankersmit liggen 11 mensen begraven. Ook in de graven 822, 823, 824, 825 en 829 liggen nazaten en aanverwanten van de familie Ankersmit.
De Kathedraal
Boven de graven van Ankersmit is door de natuur een overdekte ruimte ontstaan door het samengroeien van twee treurbeuken, bekend als “de Kathedraal” omdat in de zomer onder het dichte bladerdek van deze beuken een enigszins afgesloten, donkere ruimte ontstaat.
Treurbeuken groeien niet spontaan op deze wijze maar worden door boomkwekers gecreëerd door op een onderstam van een gewone beukenplant een treurende groeivorm te enten. Bij de boom het dichts bij het pad is de ent laag bij de grond, op maaiveldhoogte gemaakt. Bij de treurbeuk verder vanaf het pad is de ent heel duidelijk te zien op ruim een meter boven het maaiveld.