941 Sturler de Frienisberg & 942 Nering Bögel

https://encrypted-tbn0.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcT-XHuV1SnocAUofANntqDUfXsupk5h3dWTVGC3tyL0qxHl9Wy3yehvBpQ

Het bijzondere aan dit graf is het wapenschild op de grafsteen met de tekst Alto Aperta. De betekenis hiervan is “Hoog en Open”.
In dit graf liggen Adam Emanuel Caroldus Stürler de Frienisberg, op de leeftijd van 82 jaar begraven en zijn vrouw Davida Hallungius, 74 jaar oud. Een van hun zes kinderen, een dochter, Johanna Augestina, oud 39 jaar, is hier ook begraven.
De naam is van een oorspronkelijk Zwitsers geslacht waarvan drie leden vanaf 1876 in de Nederlandse adel werden verheven, zo ook Adam, waardoor hij en zijn nageslacht het adelpredicaat jonkheer/jonkvrouw verkregen. Met een kleindochter stierf zijn tak in 1952 uit.

Zijn beroep was luitenant-generaal titulair.

Graf 942. Nering Bögel:

 
aangepaste foto juiste graf

In 1826 kochten H.A. Nederburgh, rechter in Zutphen, en zijn schoonzoon, Johan Laurents Nering Bögel, de ijzergieterij in Deventer. Deze laatste kende het vak, omdat er al een aantal geslachten Nering Bögel ijzergieters waren geweest.

De firma Nering Bögel in Deventer groeide snel en de modernisering van de ijzergieterij werd voor die tijd groots aangepakt. Al spoedig, in 1829, kwam er een stoommachine, de eerste in Deventer, en werden luchtpompen in plaats van blaasbalgen bij de ovens geplaatst.

De ijzergieterij werd hierdoor tien jaar na de overname tot de grootste van ons land gerekend. De eigenaars zetten de productie van siergietwerk als hekken, monumenten, lantaarns en kandelaars op naar Duits voorbeeld. In Nederland was Nering Bögel jarenlang de enige producent daarvan. De afzet van het bedrijf bleef niet alleen tot ons land beperkt, want ook in Nederlands-Indië kreeg Nering Bögel voet aan de grond.

In dit graf, met een gietijzeren zerk liggen een van de directeuren van de firma, Jan Frederik Nering Bögel, en zijn vrouw Johanna Cornelia Wilhelmina Brown begraven. Nog heel lang is dit gietijzeren graf door de fabriek regelmatig gecoat met olie. Daarom ziet het gietijzer er zo mooi glanzend uit. 

Rond de eeuwwisseling produceerde men naast potten, dakgoten, papiercilinders, hydraulische persen, roosterstaven, spoorwielen en wissels ook stoommachines, papiermachines en strokokers voor de kartonfabricage. Daarnaast bleef het sierwerk in de productie. Het belangrijkste voorbeeld in Deventer is de Wilhelminafontein op de Brink uit 1898. Na 1900 ging het nog erg goed met het tot N.V. Deventer IJzergieterij en Machinefabriek omgedoopte bedrijf. Helaas ging het tijdens de crisisjaren achteruit en in 1932 moest het bedrijf zijn deuren definitief sluiten.