Michiel Smits

We zien een eenvoudige liggende zerk met daarop drie naamplaten van de drie begraven familieleden Smits. Begraven zijn hier de vader, de moeder en een zoon. De zoon is als eerste en op jonge leeftijd begraven, op 15 juli 1882 op bijna 30-jarige leeftijd. Van de zoon, Michiel Smits weten we dat hij is omgekomen bij een scheepsramp voor de Nederlandse kust, ter hoogte van Scheveningen, van het marineschip Zr. Ms. Adder.

Michiel Smits. bron: Marine museum.

Michiel Smits, is geboren op 23 oktober 1852 in Oss. Zijn datum van overlijden is op het grafmonument niet ingevuld omdat de dag en datum niet precies bekend zijn. Het schip Zr. Ms. Adder is op 5 juli ‘s avonds gezonken maar het kan ook wel zijn dat opvarenden nog een etmaal in zee hebben gedreven voordat zij overleden en/of aangespoeld zijn. Daarom staat niet 5 juli op zijn grafsteen maar … juli 1882.
Michiel Smits had de hoogste militaire onderscheiding die binnen de Nederlandse Krijgsmacht wordt verleend, De Militaire Willemsorde, dit staat ook op zijn grafsteen “Ridder der M.W.O. Michiel was ondanks zijn jonge leeftijd Ridder in de Militaire Willems Orde. In het toekenningsbesluit staat deze toekenning van de Militaire Willemsorde als volgt omschreven:

Bij besluit van den 5 den Maart 1875, No 4, heeft Zijne Majesteit goed gevonden, tot belooning der scheepelingen van de Koninklijke Nederlandse marine, die zich hebben onderscheiden in den oorlog met het rijk van Atjeh, tussen 26 april 1874 en den 22 augustus d.a.v.:
a. te benoemen tot ridder der Militaire Willemsorde, 4e klasse, den adelborst 1ste klasse M. Smits; enz, enz,   

Michiel Smits is in 1878 vanuit Nederlands-Indië teruggekeerd naar Nederland om hier zijn carrière bij de Koninklijke Marine voort te zetten. Op 1 juli 1882 begon zijn plaatsing als eerste officier aan boord van de rammonitor Zr. Ms. Adder.

De ramp met Zr. Ms. Adder

Zr. Ms. Adder.

Zr. Ms. Adder was een rammonitor tweede klasse, schepen bestemd om de Zuiderzee en de zuidelijke Nederlandse zee-engten te beschermen. Het schip, eigenlijk een door stoom aangedreven drijvende tank, had een zeer laag vrij boord, was bijzonder slecht manoeuvreerbaar en totaal niet zeewaardig. De samengestelde bemanning van de Adder bestond in totaal uit 65 opvarenden. ’s Ochtends om 10 uur van de 5e juli 1882 verliet het schip IJmuiden en zette bij mooi weer koers naar Hellevoetsluis. In de loop van de middag sloeg het noodlot echter toe, de wind ruimde van zuidoost naar zuidwest en nam ik in kracht toe zelfs tot windkracht 5. Het tij kenterde en een tegenstroom was het gevolg.Ter hoogte van Scheveningen/Kijkduin bleek het voor de Adder niet meer mogelijk om tegen deze wind en stroom nog vaart te houden. Om 6 uur ’s avonds wordt geprobeerd te draaien maar dit lukt niet. Wat er precies heeft afgespeeld aan boord weet niemand maar vanaf 20.30 uur werden noodseinen uitgegeven en om 21.10 uur is het schip ontploft/gezonken. Alle 65 opvarenden zijn hierbij omgekomen, 42 lichamen zijn geborgen en 23 hebben een zeemansgraf

Herinneringsplaquette bij vuurtoren op Scheveningen
voor schip Zr. Ms. Adder en de 65 omgekomen bemanningsleden.

De grote verslagenheid en het medeleven van de bevolking uitte zich ook bij de begrafenis in Deventer, de woonplaats van de ouders van Michiel Smits.

Bron: Middelburgse Courant 19 jul 1882.
Te Deventer, waar zijn vader woont, kwam Zaterdag morgen omstreeks half twaalf, per spoortrein, het lijk van de ongelukkigen jongen man.

Aan het station- schrijft de Zwolsche Vt, – bevonden zich de bloedverwanten van den overledene en genoodigden in 7 rijtuigen, eenige zeeofficieren, de kolonel der huzaren, de kommandant van het garnizoen liggende detachement infanterie met de officieren dier korpsen, de majoor-commandant en officieren der schutterij en de muziek der huzaren.

Toen de lijkkist, die met de Nederlandse Vlag en met bloemkransen van de officieren der marine, van het leger en de schutterij bedekt was, en waarop tevens was nedergelegd het eereteken van de Militaire Willemsorde, in de lijkkoets werd geplaatst, zette de stoet zich in beweging. Vooropging de muziek met een treurmarsch van Chopin, dan volgde de lijkwagen, aan weerszijden begeleid door zeeofficieren, daar achter kwamen de officieren der verschillende wapens en de rijtuigen, terwijl een ontzaglijke menschen massa zich langs den weg geschaard had of den stoet volgde naar de begraafplaats. Daar aangekomen werd de kist in den grafkuil neergelaten en liet de muziek nog een treurmarsch van Beethoven hooren. Daarna schetste de predikant G.P. Kits van Heijningen in treffende bewoordingen het leven van dezen officier. Vervolgens nam een der zeeofficieren het woord om met diep bewogen stem, namens het gansche korps, een laatste groet aan den beminden wapenbroeder te brengen. Vervolgens bedankte de heer Kits van Heijningen, uit naam van den vader, die bij de plechtigheid tegenwoordig, maar te diep ontroerd was om dit zelf te doen, de aanwezigen voor de laatste eer aan zijn betreurde zoon bewezen. Diepe stilte heerschte bij deze plechtige begrafenis, en zoowel van den talrijke omstanders als van hen die bij den lijkstoet behoorden, vloeide menige traan van deelneming bij het zien van den terneergeslagen vader, en om het droevig einde van dezen officier, die met zoovele anderen op zulk een ellendige wijze om het leven is gekomen.